Berekening transitievergoeding, welke drie kalenderjaren voor bonus?

bonus

Berekening transitievergoeding, welke drie kalenderjaren voor bonus?

Op 7 december 2017 deed het Hof Den Bosch uitspraak over de vraag welke drie kalenderjaren moeten worden genomen voor de berekening van de gemiddelde bonus die meetelt voor de berekening van de transitievergoeding. Valt het jaar waarin de arbeidsovereenkomst eindigt daaronder?

Het hof beantwoordt die vraag met “nee”. De drie kalenderjaren waarover het gemiddelde moet worden berekend voor de variabele beloning, zien op de drie kalenderjaren voorafgaand aan het jaar waarin de arbeidsovereenkomst is geëindigd. Het hof verwijst naar de nota van toelichting bij het Besluit loonbegrip vergoeding aanzegtermijn en transitievergoeding, Staatsblad 2014 nr. 538. Artikel 3 daarvan luidt als volgt: “Op grond van het eerste lid, onderdeel c, wordt het loon verder vermeerderd met 1/36 van de overeengekomen variabele looncomponenten, die verschuldigd waren in de drie kalenderjaren voorafgaand aan het einde van de arbeidsovereenkomst. Dit sluit aan bij de praktijk waarin bijvoorbeeld een winstuitkering veelal per kalenderjaar wordt uitgekeerd en hierbij logischerwijs niet het lopende kalenderjaar kan worden betrokken, omdat de hoogte van de daaraan toe te rekenen winstuitkering pas op een later moment bekend wordt. (…) Nu de hoogte van deze looncomponenten kan variëren, wordt uitgegaan van een gemiddelde berekend over 36 maanden voorafgaand aan het moment waarop de arbeidsovereenkomst eindigt.”

Gezien deze tekst is het hof van oordeel dat het gemiddelde moet worden genomen van de variabele looncomponenten uit de drie kalenderjaren direct voorafgaand aan het jaar waarin de arbeidsovereenkomst eindigt. Voor de gehele uitspraak: klik hier.

 

Yvonne Sørensen
sorensen@sorensenadvocaten.nl