Concurrentieverbod zonder concurrentiebeding

taxi I

Concurrentieverbod zonder concurrentiebeding

Opdrachtnemer werkt vanaf 2010 op basis van een opdrachtovereenkomst voor Transvision in diverse functies. In de opdrachtovereenkomst stond steeds een geheimhoudingsbeding opgenomen. De opdrachtovereenkomst is inmiddels geëindigd. Transvision wilde de opdrachtnemer een nieuwe overeenkomst aanbieden, maar gedurende dit overleg liet opdrachtnemer weten dat hij per 1 juli 2017 managing director bij CTS zou worden. Per medio 2017 is opdrachtnemer bij CTS in dienst getreden. Transvision en CTS zijn elkaars grootste concurrenten bij een aanbesteding van taxivervoer ter waarde van ca 60 miljoen per jaar, waarop tot eind oktober 2017 kon worden ingeschreven. Transvision is bang dat de opdrachtnemer niet alle vertrouwelijke informatie waarover hij beschikt met betrekking tot Transvision heeft vernietigd, en heeft grote angst dat deze informatie bij CTS terechtkomt. Zij vordert naleving van het geheimhoudingsbeding op straffe van een dwangsom en het verbod op het verrichten van werkzaamheden bij CTS door de opdrachtnemer.

Beoordeling voorzieningenrechter

De voorzieningenrechter legt de geheimhoudingsplicht op straffe van een dwangsom op. De voorzieningenrechter acht het niet geloofwaardig dat de opdrachtnemer alle informatie met betrekking tot Transvision in zijn computer en alle bescheiden die hij in zijn bezit had van Transvision, heeft vernietigd. Opdrachtnemer moet een overzicht verstrekken van alle bedrijfsinformatie van Transvision die hij per juli 2017 in bezit had.

Het gevorderde verbod op indiensttreding bij CTS is niet toewijsbaar. Om dat te voorkomen had Transvision een concurrentiebeding moeten overeenkomen met de opdrachtnemer. De voorzieningenrechter verbiedt de opdrachtnemer echter wel, gezien zijn grote voorkennis en het grote belang dat gemoeid is met het verwerven van deze aanbesteding, om zich gedurende een jaar met deze aanbesteding bezig te houden. In zoverre wordt het door Transvision gevorderde concurrentieverbod dus wel toegewezen.

Het door de voorzieningenrechter opgelegde verbod gaat ver, nu de opdrachtnemer geen werknemer was van Transvision, er geen concurrentiebeding was overeenkomen en er vooralsnog geen sprake was van (onrechtmatige) concurrentie. Daar bovenstaande zaak vooralsnog een uitzondering betreft, is het voor opdrachtgevers aan te raden om in de overeenkomst van opdracht een duidelijk concurrentiebeding op te nemen.

Voor de hele uitspraak van de Rechtbank Gelderland: klik hier.

Wilt u meer weten neem dan contact op met één van de arbeidsrechtadvocaten van Sørensen Advocaten. Bel: 010-2492444

Yvonne Sørensen
sorensen@sorensenadvocaten.nl