Negatieve uitlatingen over ex-werkgever niet toegestaan

boos

Negatieve uitlatingen over ex-werkgever niet toegestaan

De kantonrechter in Alkmaar heeft vorig jaar uitspraak gedaan in een zaak waarin een boze ex-werknemer publiekelijk negatieve uitlatingen deed over zijn oude werkgever.

Het ging om een docent van een middelbare school. Na een geschil had de werkgever aangegeven dat de werknemer gecoacht moest worden op zijn functioneren. In plaats van het aanvaarden van coaching, koos de werknemer voor de aanval. Hij heeft zijn collega’s een e-mail gestuurd waarin hij zijn werkgever beschuldigde van intimidatie, psychisch geweld en het wegpesten van collega’s.

Bij de behandeling van het ontbindingsverzoek van de werkgever heeft de kantonrechter geoordeeld dat de beschuldigingen ongegrond waren en de arbeidsovereenkomst ontbonden.

Dit heeft de inmiddels ex-werknemer niet weerhouden van het publiekelijk uiten van zijn ongenoegen over de werkwijze van zijn ex-werkgever. Hij heeft op Facebook, per brief en op websites zijn oude werkgever beschuldigd van het creëren van een angstcultuur en schrikbewind, het doen van valse aangiften, aannemen van steekpenningen, corruptie, bedrog, slecht werkgeverschap en gesteld dat er sprake was van onbevoegde docenten. Dit heeft geleid tot een reeks artikelen in het Noord-Hollands Dagblad, waardoor de goede naam van de school ernstig in het geding kwam.

De school heeft daarop de rechter verzocht de ex-werknemer te verbieden om publiekelijk dergelijke uitlatingen te doen.

De voorzieningenrechter overweegt dat het hier gaat om een botsing van twee fundamentele rechten, namelijk aan de ene kant het recht op bescherming van de goede eer en goede naam, en aan de andere kant het recht op vrijheid van meningsuiting. Het is aan de rechter om te beoordelen welk van deze twee rechten de doorslag moet geven. De rechter oordeelde aan de hand van de omstandigheden van het geval dat het recht op bescherming van de goede eer en goede naam in dit geval zwaarder weegt, omdat de uitlatingen enkel zijn ingezet uit rancune en ongenoegen tegen de ex-werkgever. De ex-werknemer wordt verboden om nog negatieve uitlatingen te doen over zijn oude werkgever.

Voor de gehele uitspraak klik hier

Yvonne Sørensen
sorensen@sorensenadvocaten.nl