13 jan Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens allergie voor hond van de baas
Werkneemster verzoekt ontbinding van haar arbeidsovereenkomst wegens allergie voor de hond van de baas. Billijke vergoeding wordt toegekend
In december 2016 heeft de kantonrechter te Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarbij een assistent accountant ontbinding vroeg van haar arbeidsovereenkomst. De werkneemster had gezondheidsklachten gekregen als gevolg van allergieën die volgens haar veroorzaakt werden door de hond van de baas die sinds december 2015 op de werkvloer aanwezig was. De directeur weigerde zijn hond thuis te laten. De gezondheidsklachten van werkneemster waren werk gerelateerd dus zij was in beginsel arbeidsgeschikt. Omdat de werkgever weigerde de arbeidsomstandigheden aan te passen, werd werkneemster gehinderd in de uitvoering van haar werkzaamheden. Er ontstond een arbeidsconflict. De kantonrechter wees het ontbindingsverzoek toe. Artikel 3 van de Arbeidsomstandighedenwet bepaalt dat de werkgever verantwoordelijk is voor veiligheid en gezondheid van de werknemers inzake alle met de arbeid verbonden aspecten. Het houden van een hond op kantoor is geen algemeen normaal gebruik en de hond was niet bij aanvang van de werkzaamheden van werkneemster (2014) al op kantoor aanwezig. Werkgever heeft de gezondheidsklachten van werkneemster genegeerd. Er is sprake van ernstig verwijtbaar handelen in strijd met goed werkgeverschap en de verplichtingen op grond van de Arbeidsomstandighedenwet. De transitievergoeding wordt toegekend alsmede een billijke vergoeding op grond van het ernstig verwijtbaar handelen van werkgever. Deze wordt op EUR 2.500,– gezet door de kantonrechter. Dit, omdat werkneemster nog maar twee jaar in dienst was, jong was (31 jaar) en er nog enige onduidelijkheid was over haar allergie voor honden. Bovendien heeft de werkgever getracht enige maatregelen te treffen. Voor de uitspraak klik hier.