Zieke werknemer heeft recht op een billijke vergoeding van EUR 55.000 vanwege inzet van een recherchebureau

recherche

Zieke werknemer heeft recht op een billijke vergoeding van EUR 55.000 vanwege inzet van een recherchebureau

De werknemer was sinds 7 april 2003 in dienst bij de werkgever als schilder. Vanwege toenemende schouderklachten verzocht de werknemer zijn werkgever in februari 2019 of hij een dag minder kon gaan werken. Hoewel de werkgever hiermee instemde, heeft hij de ingangsdatum daarvan driemaal eenzijdig gewijzigd. Op 18 november 2019 meldde de werknemer zich ziek, vanwege een schouderontsteking.

Begin 2020 heeft de werkgever de werknemer meermaals opgeroepen om passende werkzaamheden te verrichten. De bedrijfsarts oordeelde dat de werknemer hier niet toe in staat was. Ook heeft de werkgever een voorstel gedaan tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst, waar de werknemer niet mee instemde.

In de zomer van 2020 werd de werkgever door collega’s op de hoogte gesteld van geruchten inhoudende dat de werknemer tijdens zijn ziekteperiode (na zijn schouderoperatie) thuis werkzaamheden zou uitvoeren. Vervolgens schakelde de werkgever een recherchebureau in om de werknemer thuis te laten observeren. Op 30 september 2020 ontving de werknemer een officiële waarschuwing.

Op 24 oktober 2020 stelde de bedrijfsarts vast dat sprake was van een complexe verzuimsituatie en een arbeidsconflict. Daarom werd mediation geadviseerd. Op 19 november 2021 werd aan de werknemer een WIA-uitkering toegekend. Op 30 april 2022 heeft de werkgever de arbeidsovereenkomst van de werknemer met toestemming van het UWV opgezegd.

De werknemer verzocht de kantonrechter om toekenning van een billijke vergoeding en immateriële schadevergoeding.

Recherchebureau
De kantonrechter stelde voorop dat het inzetten van een recherchebureau een vergaand middel is dat niet lichtvaardig mag worden ingezet. Het (doen) controleren van een werknemer buiten zijn medeweten is slechts gerechtvaardigd, indien sprake is van zeer bijzondere omstandigheden. Daarbij dienen ernstige verdenkingen te zijn gerezen met betrekking tot ernstige overtredingen, die onderzoek buiten de werknemer om noodzakelijk maken. Daar was in dit geval geen sprake van, zodat de inzet van het bureau volstrekt buitenproportioneel was. Dit leverde een ernstige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de werknemer op.

Officiële waarschuwing
De officiële waarschuwing die volgde op de inzet van het recherchebureau heeft bij de werknemer een grote vertrouwensbreuk veroorzaakt. Daarnaast heeft dit de al bestaande psychische klachten van de werknemer aanzienlijk verergerd. De werkgever heeft ernstig verwijtbaar gehandeld.

Ontstaan en voortduren van medische klachten
Daarnaast oordeelde de kantonrechter dat de werkgever een ernstig verwijt kan worden gemaakt ten aanzien van het ontstaan en voortduren van de medische klachten van de werknemer, die ook tot opzegging van de arbeidsovereenkomst hebben geleid. De werkgever had adequater kunnen reageren op het verzoek van de werknemer om een dag minder te gaan werken. Daarnaast heeft de werkgever (ondanks het advies van de bedrijfsarts) geen mediationtraject gestart. Bovendien heeft de werkgever met het aandringen op beëindiging van de arbeidsovereenkomst of werkhervatting, onvoldoende rekening gehouden met de psychische problematiek van de werknemer.

Billijke vergoeding
Vanwege het ernstig verwijtbaar handelen diende de werkgever een billijke vergoeding van EUR 55.000 aan de werknemer te betalen (= EUR 30.000 aan inkomensschade + EUR 25.000 aan immateriële schade).

Voor de hele uitspraak: klik hier.

Vragen over het bovenstaande?

Neem dan contact op met één van de arbeidsrechtadvocaten van Sørensen Advocaten. Bel: 010-2492444

 

 

Yvonne Sørensen
sorensen@sorensenadvocaten.nl