Arbeidsrechtelijke bescherming (ontduiken) in faillissement

Arbeidsrechtelijke bescherming (ontduiken) in faillissement

ECLI:RBOVE:2024:2031
Faillissement aanvragen om arbeidsrechtelijke bescherming van de werknemer te ontwijken, is typisch misbruik van het faillissementsrecht. De rechtbank Overijssel heeft zich onlangs over een dergelijke kwestie uitgelaten.

Feiten
Tussen werkgever en werknemer vonden onderhandelingen plaats met betrekking tot de beëindiging van het dienstverband van werknemer. Werkgever heeft de onderhandelingen afgebroken op 25 maart 2024 waardoor de onderhandelingen niet succesvol waren afgerond. Op 26 maart 2024 is in de algemene vergadering van aandeelhouders besloten tot aanvraag van het faillissement van werkgever. Twee dagen later, op 28 maart 2024, werd de faillissementsaanvraag ingediend en de rechtbank heeft het faillissement uitgesproken.

Standpunt werknemer
Werknemer heeft verzocht tot vernietiging van het vonnis waarbij het faillissement van werkgever is uitgesproken. Werknemer stelt dat werkgever niet in de toestand verkeert dat zij heeft opgehouden te betalen. Dit onderbouwt werknemer door te stellen dat de afgelopen jaren positief bedrijfsresultaat is behaald en betalingen worden nog steeds voldaan. De onderneming zou volgens werknemer in ieder geval niet reddeloos zijn. Bovendien voert werknemer aan dat als er al sprake was van de toestand waarin werkgever is opgehouden te betalen, de keuze voor een faillissementsaanvraag niet kan worden begrepen en sprake is van misbruik van recht. Enkele indicatoren voor misbruik van recht zijn: eigen aanvraag van het faillissement, de onderneming is tegenstrijdig in de verklaringen over de financiële positie en op het moment van de faillietverklaring ligt een doorstartplan klaar.

Standpunt werkgever
Werkgever voert aan dat zij al een tijd in de toestand verkeerde waarin zij ophield te betalen. Echter, vanuit een Holding (enig aandeelhouder van werkgever) werd zij financieel ondersteund waardoor zij nog zo lang door kon gaan. Ook stelt werkgever dat het aanvragen van eigen faillissement in dit geval niet is gedaan om misbruik te maken van het faillissementsrecht, maar omdat werkgever zich echt in de positie bevindt dat zij is opgehouden te betalen.

Standpunt curator
De curator verwijst naar een verslag van 8 april 2023 waarin de liquiditeit van werkgever is gesaldeerd op EUR 0,– en dat werkgever al meerdere jaren negatief draait. Ook bevestigt de curator de onmisbare financiële steun vanuit de holding.

Uitspraak
De rechtbank stelt dat het grootste deel van de schulden bestaat uit concernschulden en dat externe crediteuren voldaan kunnen worden uit het beschikbare banksaldo. Werkgever verkeert dus niet in de toestand dat zij is opgehouden te betalen. Zelfs al zou werkgever wel in deze toestand verkeren, dan nog heeft zij misbruik gemaakt van de bevoegdheid om het eigen faillissement aan te vragen want het hoofdzakelijk doel hiervoor was het lozen van een werknemer.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Heeft u vragen over arbeidsrechtelijke bescherming bij faillissement? Neem gerust contact op met onze arbeidsrechtadvocaten.

Yvonne Sørensen
sorensen@sorensenadvocaten.nl