Klachtplicht van toepassing op loonvorderingen

law and order 6311493 1280

Klachtplicht van toepassing op loonvorderingen

Hoge Raad 20 september 2024, ECLI:NL:HR:2024:1278

In deze uitspraak heeft de Hoge Raad duidelijkheid verschaft over de toepassing van de klachtplicht bij achterstallig loon. De centrale vraag was of een werknemer nog achterstallig loon kan vorderen als hij pas geruime tijd na beëindiging van zijn dienstverband hierover klaagt.

Feiten

Werknemer trad in 2011 in dienst bij Werkgeefster in de functie van Medewerker Cafébedrijf. Zijn dienstverband eindigde op 11 juni 2018. In november 2018, enkele maanden na het einde van het dienstverband, werd namens hem een loonvordering ingediend. Werknemer stelde dat hij structureel na sluitingstijd een uur extra werkte om op te ruimen, maar dat deze overuren nooit zijn uitbetaald. Hij vorderde betaling van deze overuren, vermeerderd met de wettelijke verhoging.

De arbeidsovereenkomst viel onder de Horeca cao, waarin is bepaald dat overwerk in principe wordt gecompenseerd in vrije tijd. Aan het eind van elk kalenderjaar wordt bepaald of sprake is van overuren, die dan uiterlijk binnen dertien weken gecompenseerd moeten worden. Lukt dit niet, dan moet binnen vier weken alsnog uitbetaling volgen.

De kantonrechter wees de vordering af omdat Werknemer onvoldoende had gesteld, om tot bewijs te worden toegelaten. Ook het hof wees de vordering af, maar dan op basis van artikel 6:89 BW. Werknemer had volgens het hof te laat geklaagd. Omdat het ging om structurele, terugkerende overuren, had Werknemer al moeten klagen zodra hij op zijn loonstrook zag dat betaling uitbleef. Door dit na te laten, werd Werkgeefster feitelijk de kans ontnomen om alsnog tijdig te compenseren of organisatorische aanpassingen te doen.

Cassatie bij de Hoge Raad

Werknemer stelde in cassatie dat de klachtplicht niet zou gelden voor loonvorderingen en alleen van toepassing is bij gebrekkige prestaties, niet bij het geheel uitblijven van betaling. De Hoge Raad verwerpt beide argumenten. De klachtplicht geldt in beginsel voor alle verbintenissen, ook voor die uit de arbeidsovereenkomst. Ook (gedeeltelijke) niet-betaling van loon valt hieronder: dat is een ondeugdelijke nakoming, niet een geheel ontbrekende prestatie.

Hoewel de klachtplicht van toepassing is, oordeelde de Hoge Raad dat het hof onvoldoende had gemotiveerd waarom in dit specifieke geval eerder klagen van Werknemer verwacht mocht worden. Werknemer had onder meer aangevoerd dat hij zich geïntimideerd voelde en dat werktijden niet geregistreerd werden. Het hof had die omstandigheden moeten meewegen. Het arrest wordt vernietigd en de zaak terugverwezen naar het hof Den Haag.

Conclusie

Deze uitspraak benadrukt dat werknemers tijdig moeten klagen bij loonvorderingen. Doen zij dit niet, dan kan hun vordering vervallen. Tegelijkertijd moet een rechter oog houden voor omstandigheden die tijdig klagen belemmeren. Het is van belang om de rechtspraak op dit punt te volgen. Heeft u vragen over loonvorderingen of de klachtplicht? Onze arbeidsrechtadvocaten staan voor u klaar.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Yvonne Sørensen
sorensen@sorensenadvocaten.nl