Nieuwe maatstaf billijke vergoeding

geld geld geld

Nieuwe maatstaf billijke vergoeding

Onlangs heeft de kantonrechter te Dordrecht aan een 63-jarige werknemer van een notariskantoor naast de transitievergoeding een additionele billijke vergoeding van EUR 50.000,– toegekend. Voor zover bekend is niet eerder zo’n hoge billijke vergoeding aan een werknemer toegekend.

De werknemer was onbehoorlijk door de werkgever behandeld. Zo zou er sprake zijn geweest van onacceptabel taalgebruik, vloeken, schelden, tieren, uitlatingen als “Ik treiter jou er wel uit” en het voor de voeten gooien van dossiers. Daarnaast heeft de werkgever het advies van de bedrijfsarts om een mediator in te schakelen niet opgevolgd. De werknemer heeft uiteindelijk de rechter verzocht haar arbeidsovereenkomst te ontbinden.

De kantonrechter oordeelde dat de werknemer naast de transitievergoeding van ruim EUR 16.000,– recht heeft op een billijke vergoeding. Bij de bepaling van de hoogte van deze vergoeding heeft de kantonrechter gekeken naar het loon en de pensioengelden die de werknemer misloopt. De kantonrechter acht het niet aannemelijk dat de gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer op haar leeftijd nog een andere baan vindt en kent een billijke vergoeding van EUR 50.000,– toe.

Uit de wetsgeschiedenis volgt dat de hoogte van de billijke vergoeding in relatie staat tot het ernstig verwijtbare handelen of nalaten van de werkgever. Het gaat hier dus om de gedraging van de werkgever en niet om de gevolgen die dit voor de werknemer heeft. De (financiële) gevolgen voor de werknemer van een beëindiging van de arbeidsovereenkomst zijn immers al verdisconteerd in de transitievergoeding. Opmerkelijk is dat in bovenstaande zaak de kantonrechter het inkomensverlies en de pensioenschade van werknemer wel betrekt bij de bepaling van de hoogte van de billijke vergoeding. Dit lijkt niet de bedoeling van de wetgever.

In twee eerdere zaken werd de hoogte van de billijke vergoeding bepaald op (ongeveer) hetzelfde bedrag als de transitievergoeding. Daarbij werd geen rekening gehouden met de financiële gevolgen van een beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor de werknemer. In de bovengenoemde zaak houdt de kantonrechter dus wel rekening met de financiële gevolgen voor de werknemer en wordt een billijke vergoeding ter hoogte van ruim drie keer de transitievergoeding toegekend. We zullen moeten afwachten of dit een uitzondering betreft of dat meer kantonrechters het inkomensverlies en de pensioenschade van de werknemer gaan betrekken bij de bepaling van de hoogte van de billijke vergoeding.

Karlijn Kapel
kapel@sorensenadvocaten.nl