02 nov Ontslagregels voor ambtenaren wijzigen
Naar verwachting zal per 1 januari 2020 het civiele arbeidsrecht van toepassing worden op ambtenaren. De planning is dat per deze datum de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren in werking zal treden. Dit heeft tot gevolg dat het ontslagrecht voor ambtenaren wijzigt.
Het huidige ontslagrecht voor ambtenaren kent overeenkomsten met het civiele ontslagrecht. Zo kennen ze beide een gesloten stelsel van ontslaggronden. De ontslaggronden worden wel anders uitgelegd in het huidige ambtenarenontslagrecht.
Het civiele ontslagrecht kent de h-grond: “andere dan de hiervoor genoemde omstandigheden die zodanig zijn dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.”. Ook het ambtenarenontslagrecht kent de ontslaggrond “andere gronden”. De betekenis hiervan is echter totaal anders. Bij ambtenaren wordt de ontslaggrond “andere gronden” gebruikt bij een verstoorde arbeidsverhouding. Het civiele ontslagrecht kent een aparte ontslaggrond voor een verstoorde arbeidsverhouding (de g-grond). Een ontslag op “andere gronden” kan in het civiele recht alleen worden gebruikt als geen sprake is van een andere ontslaggrond. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een ontslag wegens detentie of ontslag vanwege het ontbreken van de vereiste tewerkstellingsvergunning of verklaring omtrent gedrag.
Een ander verschil is de ontslagroute. Ontslag van een werknemer wordt vooraf getoetst door het UWV (bij een reorganisatie of langdurige arbeidsongeschiktheid) of door de kantonrechter (bij andere ontslaggronden). Ontslag van een ambtenaar wordt achteraf getoetst en alleen als de ambtenaar bezwaar maakt. Straks moet ook het ontslag van een ambtenaar vooraf worden getoetst.
De toetsingskaders die worden gebruikt om het ontslag van een ambtenaar en van een werknemer te beoordelen hebben wel overeenkomsten. Zowel bij het ontslag van een ambtenaar als bij een werknemer geldt dat de werkgever het bestaan van de ontslaggrond aannemelijk moet maken.
In het ambtenarenrecht is er geen automatische ontslagvergoeding bij ontslag. Wel ontvangt een ontslagen ambtenaar in principe naast de WW-uitkering een bovenwettelijke uitkering. In sommige gevallen moet de werkgever een aanvullende ontslagvergoeding betalen aan een ontslagen ambtenaar. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een verstoring van verhoudingen die vooral de schuld is van de werkgever. De hoogte van deze extra vergoeding wordt met de volgende formule berekend: maandsalaris x helft dienstjaren x wegingsfactor.
Een ontslagen werknemer heeft als hij ten minste twee jaar in dienst is geweest van de werkgever, recht op de transitievergoeding. De transitievergoeding bedraagt 1/3e maand loon voor elk jaar dat de arbeidsovereenkomst heeft geduurd en als de werknemer langer dan tien jaar heeft gewerkt voor de werkgever over die jaren 1/2e maand loon per jaar dat de arbeidsovereenkomst heeft geduurd. Een ontslagen werknemer heeft alleen geen recht op de transitievergoeding als hij ernstig verwijtbaar heeft gehandeld.
Na de inwerkingtreding van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren krijgt ook de ontslagen ambtenaar recht op de transitievergoeding.
Voor de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren klik hier.
Vragen over het bovenstaande? Neem dan contact op met één van de arbeidsrechtadvocaten van Sørensen Advocaten. Bel: 010-2492444