Rechter beveelt nakoming concurrentiebeding: werknemer met eigen eenmanszaak moet stoppen

Rechter beveelt nakoming concurrentiebeding

Rechter beveelt nakoming concurrentiebeding: werknemer met eigen eenmanszaak moet stoppen

Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Locatie Breda) 25 oktober 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:7597.

Onlangs behandelde de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een vordering tot de onverkorte naleving van een concurrentiebeding door een werkgever. De werknemer heeft het beding geschonden door met een eigen eenmanszaak werkzaam te zijn op een specialisatiegebied van zijn voormalige werkgever.

Feiten

Op 4 oktober 2016 trad werknemer in dienst bij een detacherings- en wervingsbureau als Consultant Supply Chain. Op 2 oktober 2017 werd zijn arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd verlengd. In zijn nieuwe arbeidsovereenkomst waren een concurrentiebeding en boetebeding opgenomen. Tijdens het dienstverband werd hij opgeleid tot zelfstandig consultant middels een intensief inwerkprogramma en externe opleidingen, waarvan de kosten door de werkgever werden gedragen.

Op 1 mei 2023 eindigde de arbeidsovereenkomst van werknemer, en op 24 maart 2023 ontving hij een vaststellingsovereenkomst. Artikel 6 van deze vaststellingsovereenkomst bevestigt dat het concurrentiebeding uit artikel 12 van de arbeidsovereenkomst onverkort van kracht blijft. De werkgever voert aan dat werknemer gedurende het dienstverband specifieke, concurrentiegevoelige informatie heeft verworven en een vertrouwelijke relatie met klanten opgebouwd in een niche markt. De werkgever heeft een zwaarwegend belang te voorkomen dat concurrenten op oneigenlijke wijze kennis nemen van voornoemde aspecten.

Werknemer verweert zich met de stelling dat de werkgever volgens hem ernstig verwijtbaar heeft gehandeld bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst en dat het beding zwaarder is gaan drukken. De onderneming van werknemer is gevestigd in dezelfde stad als de voormalig werkgever en richt zich op arbeidsbemiddeling en werving en selectie van personeel, hetgeen direct concurreert met de activiteiten van zijn voormalige werkgever.

Oordeel rechtbank

De kantonrechter oordeelt dat het concurrentiebeding in de vaststellingsovereenkomst opnieuw is overeengekomen. Volgens de kantonrechter maakte het concurrentiebeding deel uit van een totaalpakket in de vaststellingsovereenkomst, waarmee werknemer akkoord is gegaan. Eerdere omstandigheden kunnen daardoor niet meer ter discussie staan. Het concurrentiebeding blijft daarom geldig.

Conclusie

De kantonrechter bevestigt dat het concurrentiebeding rechtsgeldig tussen partijen gesloten is en werknemer het heeft overtreden door sinds 1 mei 2023 werkzaam te zijn in een specialisatiegebied van het beding. De vordering van werkgever tot nakoming van het concurrentiebeding wordt daarom toegewezen.

Deze zaak onderstreept het belang van het opnemen van duidelijke afspraken over een concurrentiebeding. Heeft u vragen over dit onderwerp? Neem vrijblijvend contact op met één van onze arbeidsrechtadvocaten.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Yvonne Sørensen
sorensen@sorensenadvocaten.nl