17 nov Geen ontslag ondanks pesten
De werkgever, een instelling voor geestelijke gezondheidszorg, heeft ontbinding verzocht op grond van verwijtbaar handelen, een verstoorde arbeidsverhouding, of andere omstandigheden namelijk dat de instelling afhankelijk is van publieke middelen en het niet mogelijk is om de werknemer nog langer salaris door te betalen zonder dat hij werkt (de zogenaamde h-grond). Volgens de werkgever vertoont de werknemer pestgedrag en is een collega hierdoor ziek uitgevallen. De werknemer zou collega’s gedurende langere tijd negeren, in overlegsituaties roepen dat sommige collega’s misschien maar beter naar een andere baan kunnen gaan zoeken, een ongeïnteresseerde houding hebben en niet willen samenwerken met collega’s. De werkgever heeft dit onderbouwd met verklaringen van collega’s. De werknemer verweerde zich door aan te geven dat hij nooit is gewezen op zijn (pest)gedrag of op het feit dat er conflicten zouden zijn met collega’s. Er zou slechts één gesprek hebben plaatsgevonden en de werknemer heeft niet de gelegenheid gehad om zijn gedrag aan te passen.
De werknemer vorderde afwijzing van het ontbindingsverzoek en terugkeer op de werkvloer. Voor het geval zijn arbeidsovereenkomst zou worden ontbonden verzocht de werknemer om toekenning van de transitievergoeding en een billijke vergoeding.
De kantonrechter oordeelde dat een getuigenverhoor nodig is om vast te stellen of sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding.
Op grond van de getuigenverhoren is niet komen vast te staan dat de werknemer verwijtbaar heeft gehandeld. Voor zover de werknemer ongewenst gedrag heeft vertoond is hij daar volgens de kantonrechter onvoldoende op gewezen. Met betrekking tot de door de werkgever gestelde verstoorde arbeidsverhouding oordeelt de kantonrechter dat de werkgever niet alle tot zijn beschikking staande maatregelen heeft ingezet. De werkgever had coaching of mediation moeten inzetten. Ook is geen sprake van andere omstandigheden op grond waarvan de arbeidsovereenkomst moet eindigen.
De kantonrechter heeft het ontbindingsverzoek van de werkgever afgewezen en het verzoek van de werknemer tot wedertewerkstelling toegewezen.
Uit deze uitspraak blijkt weer dat het opbouwen van een ontslagdossier zeer belangrijk is. Een werknemer moet in geval van ongewenst gedrag hier bij herhaling op worden aangesproken en hij moet de gelegenheid krijgen zijn gedrag te verbeteren. De werkgever moet zich inzetten om de verstoorde arbeidsverhouding te verhelpen en daarvoor de benodigde middelen inzetten (bijvoorbeeld een mediationtraject).
Voor de uitspraken van de kantonrechter klik hier en hier.
Wilt u meer weten neem dan contact op met één van de arbeidsrechtadvocaten van Sørensen Advocaten. Bel: 010-2492444