Hoewel de waarde van de gestolen goederen slechts gering was, bleek de prijs die de werknemer moest betalen een stuk hoger: het verlies van zijn baan en het vertrouwen van zijn werkgever.

euro 76015 1280

Hoewel de waarde van de gestolen goederen slechts gering was, bleek de prijs die de werknemer moest betalen een stuk hoger: het verlies van zijn baan en het vertrouwen van zijn werkgever.

Hoewel de waarde van de gestolen goederen slechts gering was, bleek de prijs die de werknemer moest betalen een stuk hoger: het verlies van zijn baan en het vertrouwen van zijn werkgever.

Rechtbank Rotterdam 13 januari 2025, ECLI:NL:RBROT:2025:450

In deze zaak staat de vraag centraal of het ontslag op staande voet van de werknemer wegens diefstal rechtsgeldig is gegeven door de werkgever.

Feiten

Werknemer is na 37 jaar dienstverband op staande voet ontslagen wegens diefstal. De werknemer heeft – zonder toestemming van de werkgever –  17 koeken en 36 linialen in een tas gestopt met een inkoopwaarde van circa EUR 37,–. Bij de werkgever gold het beleid dat producten die over de datum waren door het personeel mochten worden meegenomen. De werknemer verklaarde dat hij de koeken heeft meegenomen omdat hij in de veronderstelling was dat deze de houdbaarheidsdatum hadden overschreden. Met betrekking tot de linialen verklaarde de werknemer dat hij voornemens was deze later af te rekenen. De werknemer stelde eveneens dat hij de producten had meegenomen teneinde deze uit te delen aan de kinderen op de manage waar hij werkzaamheden verrichte als vrijwilliger. De werkgever heeft de werknemer op staande voet ontslagen wegens diefstal.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt dat het ontslag op staande voet van de werknemer niet rechtsgeldig is gegeven. Hoewel de kantonrechter vaststelt dat de werknemer zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal, wegen de verzachtende omstandigheden en persoonlijke gevolgen van de werknemer zwaarder dan het gegeven ontslag op staande voet door de werkgever.

Het ontslag op staande voet werd door de kantonrechter als een te ingrijpende maatregel beschouwd, rekening houdend met het langdurige dienstverband van de werknemer van meer dan 37 jaar, de relatief geringe waarde van de gestolen goederen, de aannemelijkheid dat het de eerste keer was dat de werknemer zich schuldig maakte aan diefstal, en de vergaande gevolgen die het ontslag voor de werknemer met zich meebracht. De rechter vernietigde het ontslag op staande voet. Desondanks oordeelde de rechter dat er wel sprake was van een redelijke grond voor het ontbinden van de arbeidsovereenkomst. Hoewel de rechter geen ernstig verwijtbaar handelen vaststelde, oordeelde hij dat het vertrouwen van de werkgever in de werknemer zodanig was geschaad dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet als redelijk werd beschouwd. Het oordeel was dat de arbeidsovereenkomst werd ontbonden onder toekenning van een transitievergoeding.

Conclusie

Deze uitspraak benadrukt dat een ontslag op staande voet een ultimum remedium is en alleen in uitzonderlijke gevallen gerechtvaardigd is. Tegelijkertijd benadrukt deze uitspraak dat diefstal een redelijke grond vormt voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst, ook als er geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen.

Heeft u vragen over ontslag op staande voet of ontbinding van de arbeidsovereenkomst? Neem gerust contact op met een van onze arbeidsrechtadvocaten.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Yvonne Sørensen
sorensen@sorensenadvocaten.nl