23 dec Niet voldaan aan motiveringsplicht: concurrentiebeding in tijdelijke arbeidsovereenkomst ongeldig
Rechtbank Midden-Nederland 23 oktober 2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:6411.
Niet voldaan aan motiveringsplicht: concurrentiebeding in tijdelijke arbeidsovereenkomst ongeldig
Op 23 oktober heeft de rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan over de geldigheid van een concurrentie-, relatie- en nevenwerkzaamhedenbeding. Werkgever en werknemer zijn in de arbeidsovereenkomst verschillende bedingen overeengekomen, welke niet aan de wettelijke vereisten bleken te voldoen.
Feiten
Werknemer is op 1 november 2022 voor bepaalde tijd (zeven maanden) in dienst getreden bij werkgeefster. Op 23 maart 2023 is de arbeidsovereenkomst verlengd tot 1 december 2023. Hierna is de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig geëindigd. Artikel 20.2 van de arbeidsovereenkomst bevatte een non-concurrentiebeding en in artikel 20.5 heeft werkgeefster haar zwaarwegende bedrijfsbelangen opgesomd. De bedrijfsbelangen komen neer op het beschermen van vertrouwelijke bedrijfsinformatie, zoals klantenlijsten, marges, werkwijzen en knowhow. In artikel 20.1 van de arbeidsovereenkomst is een nevenwerkzaamhedenbeding opgenomen. Volgens werkgeefster heeft werknemer het overeengekomen concurrentie-, relatie- en nevenwerkzaamhedenbeding geschonden en daarom vordert zij nu betaling van een boete van EUR 10.000,–.
Oordeel rechtbank
De kantonrechter oordeelt als volgt. Uitgangspunt is dat een non-concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet rechtsgeldig is, omdat een werknemer dan ‘dubbel nadeel’ ondervindt. Op deze hoofdregel bestaat een uitzondering, namelijk als uit de bij het beding opgenomen schriftelijk motivering blijkt dat het beding noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen (artikel 7:653 lid 2 BW). Die belangen mogen niet algemeen gemotiveerd zijn. Er moet sprake zijn van een werknemer die specifieke werkzaamheden verricht of in een specifieke functie werkzaam is, waarbij de werkgever onevenredig wordt benadeeld als de werknemer overstapt naar een concurrent. Het non-concurrentiebeding is niet rechtsgeldig, omdat niet aan de motiveringsplicht is voldaan. De in artikel 20.5 opgesomde belangen zijn algemeen, de opsomming kan ook gelden voor andere commerciële bedrijven. De algemene formulering is helemaal niet gericht op werknemer en zijn functie. Van een non-concurrentiebeding op maat is dus geen sprake. De noodzaak voor het non-concurrentiebeding blijkt ook niet uit de toelichting van werkgeefster ter zitting. Werkgeefster stelt juist dat werknemer geen bekendheid heeft met al haar opdrachtgevers en zij heeft onvoldoende gesteld welke kennis werknemer precies heeft ten aanzien van haar werkwijze. Onder deze omstandigheden is dan ook niet gebleken van reële angst voor aantasting van het commerciële bedrijfsdebiet van werkgeefster.
Aangezien aangenomen mag worden dat ook een relatiebeding onder de werking van artikel 7:653 BW valt, is ook voor het relatiebeding niet voldaan aan de motiveringsplicht.
Daarnaast is het nevenwerkzaamhedenbeding uit artikel 20.1 nietig vanwege het ontbreken van een objectieve reden. Uit het standpunt van werkgeefster begrijpt de kantonrechter dat zij het objectief gerechtvaardigd vindt om werknemer te beperken in zijn vrijheid om nevenwerkzaamheden te verrichten vanwege de bescherming van de vertrouwelijkheid van bedrijfsinformatie, de integriteit van de overheidsdiensten, het vermijden van belangenconflicten en het tegengaan van concurrentie door eigen medewerkers tijdens het dienstverband. Werkgeefster wordt niet gevolgd in haar standpunt. Zoals hiervoor al geoordeeld is de kennis van werknemer over de opdrachtgevers en werkwijze van werkgeefster beperkt. Daarnaast heeft werkgeefster onvoldoende gesteld dat werknemer veel vertrouwelijke bedrijfsinformatie heeft ontvangen. Wat werkgeefster vervolgens bedoelt met ‘de integriteit van de overheidsdiensten’ heeft zij niet voldoende concreet toegelicht, zodat niet kan worden vastgesteld dat het beding hierdoor wordt gerechtvaardigd. Dat belangenconflicten moeten worden vermeden, is in het algemeen een goed uitgangspunt voor een objectieve reden. In deze zaak heeft werkgeefster het belangenconflict verbonden aan het voetbaltoernooi van 24 juni 2023 en in die situatie ziet de kantonrechter geen belangenconflict. De kantonrechter ziet geen verband tussen de functie van werknemer en de uitgevoerde werkzaamheden tijdens het voetbaltoernooi.
De stelling van werkgeefster dat het beding wordt gerechtvaardigd, omdat hiermee wordt voorkomen dat eigen medewerkers concurreren tijdens het dienstverband, zal tot slot ook worden gepasseerd als objectieve reden. Zonder duidelijke toelichting van werkgeefster is namelijk niet vast te stellen wat hiermee concreet wordt bedoel.
Partijen zijn in artikel 21 van de arbeidsovereenkomst een boetebeding overeengekomen in geval van schending van artikel 20 van de arbeidsovereenkomst. Maar nu er is komen vast te staan dat het non-concurrentie- en relatiebeding niet geldig zijn en het nevenwerkzaamhedenbeding nietig is, heeft dit tot gevolg dat werkgeefster geen rechtsgeldig beroep kan doen op artikel 21 en er ook geen boete aan kan verbinden.
Conclusie
De kantonrechter concludeert dat de overeengekomen bedingen niet voldoen aan de wettelijke vereisten – in het bijzonder de motiveringsplicht – zodat er ook geen beroep op kan worden gedaan. Werknemer is daarom geen boete verschuldigd aan werkgever.
Deze uitspraak laat zien dat een concurrentiebeding in de tijdelijke arbeidsovereenkomst zwaar getoetst wordt. Naast dat er aan de schriftelijke motiveringsplicht moet zijn voldaan, moet de motivering ook inhoudelijk worden getoetst. Het concurrentiebeding moet op zijn minst vermelden welke specifiek te verwerven bedrijfsinformatie, kennis en ervaring van werknemer het betreft en waarmee werknemer heft bedrijfsdebiet van werkgever daadwerkelijk in gevaar kan brengen. Dit geldt ook voor het relatiebeding.
De uitspraak leert ons tevens dat een nevenwerkzaamhedenbeding enkel kan worden gerechtvaardigd op grond van aantoonbare objectieve redenen.
Klik hier voor de volledige uitspraak.