Prinsjesdag 2022

prinsjesdag

Prinsjesdag 2022

Hieronder een overzicht van de belangrijkste arbeidsrechtelijke plannen van het kabinet.

Krapte op de arbeidsmarkt
Om krapte aan te pakken zet het kabinet in op het verminderen van de vraag naar arbeid, het vergroten van het arbeidsaanbod en het verbeteren van de match tussen vraag en aanbod. Er is een oproep gedaan aan werkgevers om bijvoorbeeld betere arbeidsvoorwaarden te bieden, anders te werven en te kijken naar onderbenutte deeltijders. Ook gaat het kabinet innovatie meer stimuleren, evenals het werken van meer uren. Het kabinet zal inzetten op Leven Lang Ontwikkelen (LLO) en de aansluiting verbeteren tussen initieel onderwijs en arbeidsmarkt.

Vast contract wordt de norm
Het kabinet wil duurzame arbeidsrelaties stimuleren. Arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd vormen de basis voor het organiseren van structureel werk. Een vaste baan heeft zowel voor de werknemer als de werkgever voordelen. Het loont voor hen om in elkaar te investeren. Andere contractvormen worden waar nodig beter gereguleerd, zodat ze niet meer kunnen worden gebruikt om te concurreren op arbeidsvoorwaarden. Het kabinet wil de positie van flexibele werknemers in tijdelijke contracten, oproepcontracten en uitzendcontracten verbeteren (in lijn met de adviezen van de SER). Flexibele arbeidsrelaties moeten niet worden gebruikt om te concurreren op arbeidsvoorwaarden en de inkomenszekerheid van mensen moet worden verbeterd. Het kabinet is hierover in gesprek met sociale partners.

Zelfstandigen
Het kabinet wil echte zelfstandigen de ruimte geven en ondersteunen en schijnzelfstandigheid tegengaan. De fiscale regels en sociale zekerheid bevatten prikkels die zelfstandig werken op opdrachtbasis nu aantrekkelijker maken dan arbeidsovereenkomsten. Het kabinet wil dit aanpassen. Meer duidelijkheid rondom de beoordeling van arbeidsrelaties en maatregelen die het effectief opeisen van de rechtspositie vergemakkelijken, moeten bijdragen aan het tegengaan van schijnzelfstandigheid.

Ook het intensiveren van de handhaving speelt bij de naleving van het wettelijk kader een belangrijke rol.

In 2023 volgt de uitwerking van de aangekondigde ambities. Het verduidelijken van wet- en regelgeving rondom de gezagsverhouding kan helpen hier verdere stappen te zetten. Parallel hieraan zal de (pilotversie) webmodule beoordeling arbeidsrelaties worden doorontwikkeld om werkenden en bedrijven te ondersteunen bij het verkrijgen van zoveel mogelijk duidelijkheid over de juridische kwalificatie van (voorgenomen) arbeidsrelaties.

De Europese Commissie heeft specifiek voor platformwerk een richtlijnvoorstel gedaan over de verbetering van arbeidsvoorwaarden bij platformwerk. Dit voorstel bevat een weerlegbaar rechtsvermoeden. Daarnaast wil het kabinet inzetten op een breder rechtsvermoeden om schijnzelfstandigheid ook op andere plekken tegen te gaan.

Uitzendbureaus en arbeidsmigranten
Het kabinet werkt aan een certificeringsstelsel voor uitzendbureaus en wil hiermee misstanden in de uitzendsector aanpakken. Om een certificaat te verkrijgen en behouden, moeten uitleners aantonen dat zij voldoen aan de Certificaatnormen. Inleners moeten aantonen dat zij werken met gecertificeerde bedrijven.

Verder wordt de handhaving versterkt en verbetert het kabinet de informatievoorziening aan arbeidsmigranten. Daarnaast zal arbeidsuitbuiting en ernstige benadeling van onder andere arbeidsmigranten door modernisering van het strafrecht beter worden aangepakt.

Scholingsbudget (STAP-regeling)
Het kabinet stelt meer scholingsbudget beschikbaar voor mensen die minder initieel onderwijs hebben gevolgd en daardoor een kwetsbaarder positie op de arbeidsmarkt hebben. Vanaf 2023 zal het eerste deel van de aanvullende middelen beschikbaar komen voor mensen die maximaal een mbo-diploma hebben op niveau 4.

Verplichte scholing in de Nederlandse taal voor arbeidsmigranten
De minister gaat werken aan een verplichting voor werkgevers om arbeidsmigranten scholing op het gebied van de Nederlandse taal aan te bieden. De streefdatum voor implementatie is 1 januari 2023.

Verhoging minimumloon
Het kabinet versnelt en vergroot de voorgenomen verhoging van het minimumloon. Het minimumloon stijgt op 1 januari 2023 met 10,15%. Om werken lonender te maken verhoogt het kabinet de arbeidskorting. Het kabinet trekt hiervoor structureel 500 miljoen euro uit.

Daarnaast omarmt het kabinet het initiatiefwetsvoorstel voor een wettelijk minimumuurloon op basis van een 36-urige werkweek. Hierdoor verdient elke minimumloonverdiener straks hetzelfde uurloon. Het uurloon is nu afhankelijk van de lengte van de fulltime werkweek. Na de verwachte invoering per 2024 zal dit een hoger maandloon voor werknemers die meer dan 36 uur per week werken tot gevolg hebben.

Compensatie transitievergoeding beëindiging onderneming wegens ziekte
Kleine werkgevers kunnen al compensatie krijgen voor betaalde transitievergoedingen wegens beëindiging van hun onderneming door overlijden of pensionering. In de wet is ook de mogelijkheid om compensatie te krijgen als een kleine ondernemer zijn bedrijf moet beëindigen omdat hij ziek is. De minister zegt hierover dat het op dit moment nog niet duidelijk is of, en zo ja wanneer, er tot een werkbaar sociaal-medisch beoordelingskader voor ziekte van de werkgever kan worden gekomen. Dit zal niet eerder in werking treden dan per 1 januari 2024.

Concurrentiebedingen
Het gebruik van het concurrentiebeding blijkt zodanig breed dat het tot een ongerechtvaardigde beperking van de noodzakelijke arbeidsmobiliteit kan leiden. Met het oog op de problematiek en de door sociale partners gedeelde noodzaak om het concurrentiebeding te hervormen, is het kabinet voornemens om een aanpassing van het concurrentiebeding nader uit te werken en een voorstel tot aanpassing te doen. Het streven is om de Tweede Kamer hierover in 2023 te informeren.

AOW-leeftijd
In 2023 ligt de AOW-leeftijd op 66 jaar en 10 maanden. Met de Wet verandering koppeling AOW-leeftijd is geregeld dat de stijging van de AOW-leeftijd met ingang van 2025 voor 2/3e wordt gekoppeld aan de stijging van de resterende levensverwachting op 65 jaar. Voor de jaren 2025 t/m 2027 is de AOW-leeftijd 67 jaar.

Beperking van 30%-regeling
Het kabinet wil de 30%-regeling aftoppen. Met ingang van 1 januari 2024 is de 30%-regeling nog uitsluitend fiscaal gericht vrijgesteld als die niet meer bedraagt dan 30% van de Balkenendenorm. Die norm bedraagt voor 2022 EUR 216.000, zodat de maximale gerichte vrijstelling EUR 64.800 zal bedragen. De voorgestelde aftopping heeft geen gevolgen voor het eventueel naast de 30%-regeling te vergoeden internationale schoolgelden.

Om oneigenlijk gebruik tegen te gaan wordt voorgesteld dat de werkgever per werknemer per kalenderjaar kiest of de 30%-regeling wordt toegepast of dat de werkelijke extraterritoriale kosten worden vergoed. Dit moet ingaan per 1 januari 2023

Verhoging reiskostenvergoeding
Het voorstel is om de gerichte vrijstelling voor reiskostenvergoedingen met ingang van 1 januari 2023 te verhogen van EUR 0,19 naar EUR 0,21 per kilometer. Met ingang van 1 januari 2024 zal de gerichte vrijstelling voor reiskostenvergoedingen maximaal EUR 0,22 bedragen.

Vragen over het bovenstaande?

Neem dan contact op met één van de arbeidsrechtadvocaten van Sørensen Advocaten. Bel: 010-2492444

Karlijn Kapel
kapel@sorensenadvocaten.nl