Zieke leugenaar op staande voet ontslagen

leugenaar

Zieke leugenaar op staande voet ontslagen

Een betonreparateur heeft zich op 2 september 2016 ziekgemeld met klachten aan zijn rechterpols. Nadat de bedrijfsarts eind oktober 2016 oordeelde dat de werknemer wel met zijn linkerarm kon werken, is de werknemer begin november schriftelijk gewaarschuwd omdat hij onbereikbaar was tijdens werktijd.

Op 7 november 2016 is de werknemer geopereerd aan zijn pols. Het plan van aanpak is vervolgens bijgesteld, omdat de werknemer naar eigen zeggen erg belemmerd was in zijn bewegingen, niet kon autorijden, voortdurend een brace moest dragen en niet mocht tillen.

Na meldingen van collega’s en onderzoek op social media, twijfelde de werkgever over de mate van arbeidsongeschiktheid van de werknemer. De werkgever heeft een onderzoeksbureau ingeschakeld. Uit het onderzoek blijkt dat de werknemer auto reed, geen brace droeg en zijn rechterhand gebruikte bijvoorbeeld bij het tanken, het openen van de voordeur en het tillen van spullen.

Het onderzoeksbureau heeft de werknemer hiermee op 8 december 2016 geconfronteerd. De werknemer ontkende in eerste instantie dat hij auto had gereden, hij zijn brace niet droeg en hij zijn rechterhand gebruikte. Pas nadat hij foto’s had gezien, gaf de werknemer toe dat hij zijn werkgever onjuist had geïnformeerd. De werknemer gaf aan dit te doen, omdat hij bang was dat hij anders passend werk moest gaan verrichten. De werknemer wilde dit niet, omdat hij dacht dat als hij weer zou gaan werken, hij dan snel te veel zou doen.

Naar aanleiding van dit gesprek is de werknemer diezelfde dag op staande voet ontslagen. De reden hiervoor was dat de werknemer herhaaldelijk had gelogen over zijn vermeende arbeidsongeschiktheid. De werknemer was het niet eens met het ontslag en verzocht de kantonrechter het ontslag op staande voet te vernietigen of hem een billijke vergoeding, een vergoeding wegens onregelmatige opzegging en een transitievergoeding toe te kennen.

De kantonrechter oordeelde dat de werknemer terecht op staande voet is ontslagen. Het bij herhaling liegen tegen de werkgever over inzetbaarheid levert een dringende reden voor ontslag op. Het maakt niet uit dat de werknemer dit deed omdat hij bang was zwaarder werk te moeten verrichten dan hij aan kon. De werkgever hoefde geen loonstop toe te passen in plaats van een ontslag, omdat de reden voor het ontslag niet was gelegen in het niet-nakomen van de re-integratieverplichtingen maar in het verstrekken van onjuiste informatie. De werknemer heeft geen recht op een transitievergoeding, omdat hij ernstig verwijtbaar heeft gehandeld.

Voor de gehele uitspraak klik hier.

 

Karlijn Kapel
kapel@sorensenadvocaten.nl