17 dec Bedrijfsuitje duurder dan verwacht: werkgever aansprakelijk gesteld voor letsel werknemer
Rechtbank Midden-Nederland 13 november 2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:6380
Op 13 november heeft de rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan over werkgeversaansprakelijkheid tijdens een bedrijfsuitje. De kwestie draaide om een assistent hovenier (hierna te noemen: werknemer) die letsel opliep nadat hij tijdens een bedrijfsuitje door een duw van zijn leidinggevende op een lager gelegen steiger terechtkwam.
Feiten
Ter gelegenheid van een 25-jarig jubileum heeft de leidinggevende van een hoveniersbedrijf (hierna te noemen: werkgever) een bedrijfsuitje georganiseerd, bestaande uit een speurtocht en een borrel in een kantoorruimte in een haven. Tijdens de avond, waarin veel alcohol werd verstrekt, raakte werknemer betrokken bij een stoeipartij tussen twee collega’s. Videobeelden tonen aan dat werkgever de drie wankelende mannen met beide armen richting het water leidde en hen uiteindelijk met een stevige zet vanaf de kademuur in de richting van het water duwde.
Hierbij vielen de mannen van de kademuur op een lager gelegen steiger. Werknemer heeft hierbij zijn enkel, kuitbeen en middenvoetsbeentjes gebroken. Werknemer stelde werkgever aansprakelijk voor de door hem geleden schade en voerde aan dat werkgever haar zorgplicht ex artikel 7:658 Burgerlijk Wetboek (hierna te noemen: BW) had geschonden. Werkgever beriep zich op eigen schuld van werknemer.
Oordeel rechtbank
Artikel 7:658 BW bepaalt dat een werkgever aansprakelijk is voor schade die een werknemer lijdt tijdens de uitoefening van zijn werkzaamheden, tenzij de werkgever kan aantonen dat hij zijn zorgplicht is nagekomen of dat de schade het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. De bewijslast rust daarbij op de werkgever.
De rechtbank oordeelde dat een ongeval tijdens door de werkgever georganiseerde (ontspannende) activiteiten, zoals bedrijfsuitjes, kan leiden tot aansprakelijkheid van de werkgever. Voorwaarde hiervoor is dat de activiteit kan worden aangemerkt als onderdeel van de door de werknemer te verrichten werkzaamheden. Dit is het geval als er een voldoende nauw verband bestaat tussen de activiteit en de werkzaamheden van de werknemer. Het begrip “in de uitoefening van zijn werkzaamheden” wordt in dit verband ruim geïnterpreteerd.
Hoewel deelname aan het bedrijfsuitje niet verplicht was, oordeelde de rechtbank dat de werknemers dit als een sociale verplichting ervaarden. Het bedrijfsuitje was bovendien nog niet afgelopen op het moment van het ongeval. Werkgever had in de gegeven situatie een voorbeeldfunctie en had toezicht moeten houden, zeker gezien het gebruik van alcohol en de risicovolle omgeving van de haven. Het beroep van de werkgever op eigen schuld van de werknemer, werd afgewezen.
Conclusie Bedrijfsuitje duurder dan verwacht: werkgever aansprakelijk gesteld voor letsel werknemer
De rechtbank stelde werkgever aansprakelijk voor de door werknemer geleden schade. Het bedrijfsuitje werd aangemerkt als een onlosmakelijk onderdeel van het dienstverband. Dit bracht met zich dat de werkgever een zorgplicht had voor de gezondheid en veiligheid van de werknemers, ook tijdens dit soort activiteiten.
Samengevat blijkt uit deze uitspraak dat werkgeversaansprakelijkheid sneller wordt aangenomen dan verwacht. Veel cliënten vragen ons hoe zij hun bedrijfsuitjes het beste kunnen organiseren met zo min mogelijk risico op aansprakelijkheid. Uit de jurisprudentie blijkt dat de volgende factoren maken dat minder snel sprake is van een band met de werkzaamheden: een externe locatie, buiten werktijd en beperkt toezicht op alcoholgebruik. Wilt u weten hoe u een bedrijfsuitje met minimaal risico op aansprakelijkheid kunt organiseren of heeft u te maken (gehad) met letsel van een werknemer onder werktijd? Neem gerust contact op met een van onze arbeidsrechtadvocaten.
Klik hier voor de volledige uitspraak.