28 mrt Ongepaste cadeaus of ontslag op staande voet; welke van de twee is te vergaand?
Rechtbank Gelderland 14 maart 2025, ECLI:NL:RBGEL:2025:1994
Werkneemster heeft bij haar afscheid cadeaus ongepaste teksten voor haar collega’s achtergelaten, waarna Werkgever haar op staande voet heeft ontslagen. De rechtbank Gelderland oordeelde op 14 maart 2025 dat het gegeven ontslag op staande voet niet rechtsgeldig was, omdat het handelen van Werkneemster geen dringende reden opleverde en evenmin als ernstig verwijtbaar handelen kon worden beschouwd.
Feiten
Werkneemster is per 28 mei 2019 in dienst getreden bij Werkgever in de functie van Verzorgende IG1 en uiteindelijk per 1 maart 2023 als Verpleegkundige. Werkneemster is per 1 oktober 2024 binnen hetzelfde bedrijf overgestapt naar een andere afdeling, gevestigd op een andere locatie. Na de laatste dienst op de afdeling waar Werkneemster ten tijde van het dienstverband werkzaam is geweest, heeft Werkneemster cadeaus met ongepaste teksten voor haar collega’s achtergelaten. De cadeaus die Werkneemster achterliet, bevatten diverse teksten met provocerende boodschappen, waaronder uitspraken die kritiek of afkeuring uitdrukken richting de collega’s, evenals uitlatingen die een ongepaste toon hadden en scheldwoorden bevatten.
Werkneemster is naar aanleiding van deze afscheidscadeaus op staande voet ontslagen. Als reden voor het ontslag op staande voet gaf Werkgever aan dat het gedrag van Werkneemster en de achtergelaten cadeaus in strijd waren met de gedragsnormen van het bedrijf. De achtergelaten cadeaus zouden bovendien aanstootgevend, beledigend, kwetsend en respectloos naar andere collega’s zijn. Werkneemster heeft vervolgens een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Gelderland waarin zij onder meer verzoekt om een billijke vergoeding, een vergoeding wegens onregelmatige opzegging en een transitievergoeding.
Oordeel
De rechtbank Gelderland oordeelde dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is gegeven. De rechtbank Gelderland is van oordeel dat de gedragingen van Werkneemster, hoewel gênant en misplaatst, niet zodanig ernstig zijn dat een ontslag op staande voet gerechtvaardigd was. Het handelen van Werkneemster leverde geen dringende reden op en kon niet als ernstig verwijtbaar handelen worden beschouwd. Werkgever had een ander middel kunnen kiezen, zoals bijvoorbeeld een schorsing en een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
Als gevolg hiervan is Werkgever veroordeeld tot betaling van een billijke vergoeding van EUR 4.063,00 bruto, een vergoeding wegens onregelmatige opzegging van EUR 11.944,02 bruto en een transitievergoeding van EUR 7.245,001. Werkgever is tevens veroordeeld in de proceskosten. De rechtbank Gelderland is van oordeel dat het onterechte ontslag op staande voet als ernstig verwijtbaar handelen van Werkgever kwalificeert.
Conclusie
De uitspraak benadrukt de hoge drempel die de wet stelt aan een rechtsgeldig ontslag op staande voet. Het onderstreept het principe dat een ontslag op staande voet slechts gerechtvaardigd is indien sprake is van een dringende reden die de onmiddellijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt. De uitspraak bevestigt dat werkgevers bij het nemen van dergelijke ingrijpende maatregelen zorgvuldig dienen af te wegen of andere, minder vergaande maatregelen meer passend zouden zijn.
Heeft u vragen over ontslag op staande voet? Neem gerust contact op met een van onze arbeidsrechtadvocaten.
Klik hier voor de volledige uitspraak.