Ontslag ambtenaar wegens excessief internetgebruik voor privédoeleinden

kantoor en laptop

Ontslag ambtenaar wegens excessief internetgebruik voor privédoeleinden

De Centrale Raad van Beroep heeft op 28 augustus 2014 in een ambtenarenzaak geoordeeld dat er sprake was van zeer ernstig plichtsverzuim.

Medewerker was werkzaam als Medewerker Bestuursarchief. De Raad overwoog dat de medewerker in 2010 uitdrukkelijk door zijn leidinggevende op zijn internetgedrag was aangesproken. Dat de medewerker destijds geen schriftelijke waarschuwing van zijn leidinggevende had ontvangen, maakt niet dat de mondelinge waarschuwing niet meeweegt bij het oordeel over de gedragingen van betrokkene.

In 2011 werd wederom geconstateerd dat de medewerker zich schuldig maakte aan zeer ernstig plichtsverzuim vanwege zijn internetgedrag. Gedurende werktijd heeft de medewerker tot wel 20 uren per week internet gebruikt voor privédoeleinden. Uit onderzoek door een recherchebureau bleek dat medewerker maandenlang stelselmatig overmatig gebruik had gemaakt van internet voor privédoeleinden (Facebook, marktplaats, etc.). Dit, terwijl de medewerker door de leidinggevende reeds eerder was gewaarschuwd en er bij de werkgever een privacyreglement alsmede een reglement voor e-mail- en internetverkeer van toepassing was. In dit reglement staat aangegeven dat privégebruik slechts incidenteel is toegestaan, onder de voorwaarde dat het privégebruik in geen geval storend is of ten koste gaat van de werkzaamheden.

De medewerker is hierop aangesproken in oktober 2011 door zijn leidinggevende. Hierop heeft de medewerker aan collega’s aangekondigd dat hij zijn leidinggevende zou willen ombrengen en hij heeft zelfs uitvoerig gesproken ten overstaan van zijn collega’s over de wijze waarop hij dat wilde gaan aanpakken.

Naar aanleiding van de uitkomst van het onderzoek van het recherchebureau is de medewerker ontslagen. Hoewel de rechtbank op grond van het verweer van de medewerker in eerste instantie het ontslagbesluit niet rechtsgeldig achtte en het ontslag heeft herroepen, heeft de Centrale Raad van Beroep – in mijn optiek terecht – gemeend dat het gegeven ontslag stand houdt.

Het beroep van de medewerker bij de Centrale Raad van Beroep werd door de Centrale Raad ongegrond verklaard.

Yvonne Sørensen
sorensen@sorensenadvocaten.nl