Ontslag op staande voet wegens frauduleuze rouwmelding

Ontslag op staande voet wegens frauduleuze rouwmelding

Ontslag op staande voet wegens frauduleuze rouwmelding

Rechtbank Noord-Holland 17 april 2025, ECLI:NL:RBNHO:2025:4508

In een recente uitspraak heeft de rechtbank geoordeeld dat een werknemer terecht op staande voet is ontslagen wegens het opzettelijk misleiden van haar werkgever. Werkneemster loog over het overlijden van haar zoon en overhandigde valse documenten om een financiële bijdrage van haar werkgever te verkrijgen.

Feiten

Werkneemster is in dienst getreden bij Werkgever als veiligheidsdeskundige voor de duur van zes maanden. In de tweede week van haar dienstverband verschijnt zij niet op de overeengekomen werkplek. Zij meldt bij haar projectleider dat zij afwezig is vanwege het feit dat haar zoon ernstig ziek zou zijn en in het ziekenhuis zou liggen. Enkele weken later beweert zij dat haar zoon is overleden. Tijdens een telefonisch gesprek stelt zij in financiële moeilijkheden te verkeren, onder meer vanwege onvoldoende verzekeringsdekking van de uitvaartkosten. Naar aanleiding hiervan betuigde Werkgever zijn medeleven en maakte uit coulance een bedrag van €2.000,– over.

Om deze betaling administratief te verantwoorden, werd Werkneemster verzocht een factuur van de grafsteen aan te leveren. Zij stuurde daarop zowel een factuur als een digitale rouwkaart. Deze documenten bleken echter vervalst te zijn, waarna Werkneemster werd geschorst in afwachting van een intern fraudeonderzoek. Dit onderzoek bevestigde dat het verhaal van Werkneemster niet klopte en dat de zoon in werkelijkheid niet overleden was. Werkneemster werd vervolgens op staande voet ontslagen.

Werkgever vorderde een schadevergoeding van €45.000,–, bestaande uit onder meer de kosten als gevolg van de onregelmatige opzegging van de arbeidsovereenkomst, het reeds betaalde bedrag voor de vermeende grafsteen, loonkosten tijdens ten onterecht verleend verlof, kosten voor tijdelijke vervanging van de functie, alsmede de kosten verbonden aan het interne fraudeonderzoek.

Oordeel rechtbank

Werkneemster is niet verschenen bij de zitting en voerde geen verweer. De kantonrechter kende vrijwel alle vorderingen toe, met uitzondering van een btw-component. De rechterbank kwalificeerde het handelen van Werkneemster namelijk als buitengewoon ernstig en veroordeelde haar tot betaling van bijna €45.000,–, vermeerderd met de wettelijke rente en proceskosten.

Conclusie

Het op staande voet ontslaan van een werknemer blijft juridisch complex en risicovol. Twijfelt u of een ontslag op staande voet gerechtvaardigd is of wilt u een inschatting van uw mogelijkheden? Neem dan gerust contact op met een van onze arbeidsrechtadvocaten.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Yvonne Sørensen
sorensen@sorensenadvocaten.nl