Regels rond oproepkrachten

Regels rond oproepkrachten

Door de invoering van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) veranderen per 1 januari 2020 veel regels rond oproepkrachten. Zo moeten oproepkrachten vanaf eind 2019 ten minste vier dagen van tevoren worden opgeroepen en afgezegd. Per oproep krijgt de oproepkracht recht op drie uurloon. Daarnaast moet de werkgever de oproepkracht na één jaar een vaste arbeidsomvang aanbieden. Ook wordt de opzegtermijn die geldt voor oproepkrachten fors ingekort.

Definitie oproepovereenkomst Regels rond oproepkrachten

Er komt een wettelijke definitie van een oproepovereenkomst. Een oproepovereenkomst is een overeenkomst waarbij de omvang van de arbeid niet is vastgelegd als één aantal uren per tijdseenheid van maximaal een maand of maximaal een jaar met een gelijkmatige spreiding over die tijdseenheid of een overeenkomst waarbij de werknemer geen recht heeft op doorbetaling van zijn loon als hij niet heeft gewerkt.

Het gaat dus om nul-urencontracten en min-max contracten.

Consignatiediensten (piket- en wachtdiensten) en bereikbaarheidsdiensten (in bepaalde zorgsectoren) die worden vergoed of gecompenseerd in tijd, vallen niet onder de definitie van een oproepovereenkomst.

Aanbieden vaste arbeidsomvang
De werkgever moet jaarlijks in de 13e maand aan de oproepkracht schriftelijk of elektronisch een aanbod doen voor een vaste arbeidsomvang. Dus als de werknemer in juli is begonnen moet het aanbod in augustus van het volgende jaar zijn gedaan. Deze vaste arbeidsomvang moet ten minste gelijk zijn aan de gemiddelde omvang van de arbeid in de afgelopen twaalf maanden. De termijn voor aanvaarding van het aanbod door de oproepkracht bedraagt ten minste één maand.

De oproepkracht hoeft het aanbod van de werkgever niet te accepteren. De oproepkracht kan er dus voor kiezen om te blijven werken op basis van het bestaande oproepcontract.

Als de werkgever geen aanbod doet, heeft de oproepkracht na die 13e maand recht op loon ter hoogte van de gemiddelde arbeidsomvang over de afgelopen twaalf maanden.

Let op! Oproepkrachten die op 1 januari 2020 al twaalf maanden of langer als oproepkracht werkzaam zijn, moeten vóór 1 februari 2020 schriftelijk of elektronisch een aanbod krijgen voor een vaste arbeidsomvang van minimaal het gemiddeld aantal gewerkte uren in de afgelopen twaalf maanden.

Vier dagen van tevoren oproepen
Een oproepkracht moet uiterlijk vier dagen voor aanvang van de werkzaamheden schriftelijk of elektronisch worden opgeroepen. Dit kan dus bijvoorbeeld per e-mail, SMS- of WhatsApp-bericht.

Als de werkgever de oproepkracht later oproept, is de oproepkracht niet verplicht aan de oproep gehoor te geven.

Als de werkgever de oproep binnen de termijn van vier dagen schriftelijk of elektronisch intrekt of de tijdstippen wijzigt, heeft de oproepkracht recht op het loon waarop hij aanspraak zou hebben als hij de arbeid overeenkomstig de oproep zou hebben verricht.

De termijn van vier dagen kan bij CAO worden verkort, mits de termijn niet korter is dan 24 uur.

Per oproep recht op drie uurloon
Voor iedere keer dat een oproepkracht met een oproepovereenkomst wordt opgeroepen en ook daadwerkelijk heeft gewerkt, krijgt de oproepkracht recht op minimaal drie uurloon. Dit geldt dus ook als de oproepkracht voor maar één of twee uur wordt opgeroepen.

Opzegtermijn
Vanaf 1 januari 2020 geldt voor oproepkrachten een opzegtermijn van slechts vier dagen. Oproepkrachten hoeven bovendien niet op te zeggen tegen het einde van de maand. Deze korte opzegtermijn geldt alleen als de oproepkracht zelf opzegt. Voor de werkgever blijven de normale wettelijke opzegtermijnen gelden.

Indien bij CAO de minimale oproepingstermijn voor de werkgever is verkort, is de opzegtermijn van de oproepkracht gelijk aan deze verkorte oproepingstermijn.

Op dit moment is de wettelijke opzegtermijn voor alle werknemers (dus ook voor oproepkrachten) één maand. Daarbij geldt dat (tenzij anders is overeengekomen) moet worden opgezegd tegen het einde van de maand.

WW-premie
Voor oproepkrachten moet vanaf 1 januari 2020 meer WW-premie worden betaald. Niet de sector waarin wordt gewerkt, maar het soort contract wordt leidend. Voor werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en/of een oproepcontract moet de werkgever meer WW-premie betalen. Het verschil in premie bedraagt vijf procent.

Transitievergoeding
Alle werknemers (dus ook oproepkrachten) krijgen vanaf de eerste dag van het dienstverband recht op de transitievergoeding als de arbeidsovereenkomst eindigt of niet wordt voortgezet op initiatief van de werkgever. Op dit moment moet een werknemer twee jaar in dienst van de werkgever zijn geweest om aanspraak te hebben op de transitievergoeding.

De transitievergoeding bedraagt een derde maansalaris per gewerkt dienstjaar, pro rata bij een gedeeltelijk gewerkt dienstjaar. Als een half jaar contract van een oproepkracht door de werkgever niet wordt verlengd, moet de werkgever dus een transitievergoeding aan de oproepkracht betalen ter hoogte van een zesde maandsalaris.

Voor de gehele tekst en regels rond oproepkrachten van de WAB klik hier.

Vragen over het bovenstaande? Neem dan contact op met één van de arbeidsrechtadvocaten van Sørensen Advocaten. Bel: 010-2492444

 

Karlijn Kapel
kapel@sorensenadvocaten.nl