Aanbieden beeindigingsovereenkomst leidt tot billijke vergoeding

smiley g3520b9aa5 1920

Aanbieden beeindigingsovereenkomst leidt tot billijke vergoeding

De werkgever heeft ernstig verwijtbaar gehandeld door de werknemer tijdens ziekte een beëindigingsovereenkomst aan te bieden. De werknemer heeft recht op een billijke vergoeding. Geen volledige vergoeding van advocaatkosten voor de werknemer, omdat de werkgever geen misbruik van het procesrecht heeft gemaakt.

Feiten
De werknemer is sinds 2007 in dienst bij de werkgever. Na verloop van tijd is de functie van de werknemer van tegelzetter gewijzigd in uitvoerder. In april 2021 heeft de werknemer ’s avonds een gesprek gehad met zijn baas over zijn functioneren en zijn wens om minder uren te werken. Partijen bereikten hier geen overeenstemming over. Tijdens het gesprek heeft de werknemer in een emotionele opwelling gezegd dat hij wil stoppen met het werk. Twee dagen later meldde de werknemer zich ziek.

De gemachtigde van de werkgever heeft de werknemer op 29 april 2021 een brief gestuurd waarin hij een beëindigingsovereenkomst aanbiedt, zonder toekenning van een transitievergoeding. De werknemer heeft dit voorstel afgewezen en betwist dat hij niet meer in staat zou zijn om invulling te geven aan zijn arbeidsovereenkomst. De werknemer stelde dat hij enkel heeft aangegeven niet langer in de weekenden te willen werken en dat hij op vrijdagochtend vanuit huis wilde werken zodat hij zijn kinderen naar school kan brengen en kan ophalen. Dit verzoek is door de werkgever geweigerd. De werkgever stelde dat de werknemer slecht bereikbaar is en plotseling vakantiedagen heeft opgenomen zonder de werkzaamheden fatsoenlijk over te dragen. Het vertrouwen van de werkgever in de werknemer zou hierdoor ernstig zijn geschaad.

De gemachtigde van de werknemer heeft aangegeven dat de werknemer ziek is en het oordeel van de bedrijfsarts moet worden afgewacht. Op 12 mei 2021 is de werknemer volledig arbeidsongeschikt verklaard. De gemachtigde van de werkgever maakte op 14 mei 2021 kenbaar dat het ernstige vermoeden bestond dat de werknemer zich tijdens de overeengekomen werktijden niet altijd heeft ingezet voor de onderneming en dat dit een dringende reden oplevert ter beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

De werkgever verzocht ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van verwijtbaar handelen (e-grond) dan wel een verstoorde arbeidsverhouding (g-grond) of andere gronden (h-grond).

Oordeel
De kantonrechter oordeelde dat vaststaat dat de werknemer ziek is, maar dat het opzegverbod niet aan ontbinding in de weg (artikel 7:671b lid 6 sub a en b BW). Volgens de kantonrechter moest  de arbeidsovereenkomst in het belang van de werknemer eindigen, omdat de situatie zijn gezondheid geweld aan deed.

Ontbinding op de e-grond werd door de kantonrechter afgewezen, nu geen sprake was van zodanig verwijtbaar handelen dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Het was niet komen vast te staan dat de werknemer substantieel te weinig uren heeft gewerkt en zich tijdens werktijden met privéaangelegenheden bezighield (zoals gesteld door de werkgever).

Wel was sprake van een verstoorde verhouding (de g-grond). Dit werd ook erkend door de werknemer, maar de werknemer stelde dat dit te wijten was aan de werkgever. De werkgever had volgens de werknemer geen rekening gehouden met zijn persoonlijke omstandigheden. Daarnaast stelde de werknemer dat de verstoring het gevolg was van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever.

De kantonrechter oordeelde dat bijzondere en ongelukkige omstandigheden spelen bij de werknemer, waardoor niet altijd optimaal wordt gecommuniceerd. Daarbij kwam dat de werkgever een beëindigingsovereenkomst heeft gestuurd aan de werknemer, terwijl hij ziek was. Daarnaast werd de werknemer door de werkgever verder onder druk gezet om zijn uren binnen twee dagen in te dienen. Als de werknemer dit niet deed zou hij worden ontslagen. Deze brief was naar het oordeel van de kantonrechter onfatsoenlijk. De werkgever heeft ernstig verwijtbaar gehandeld. De werknemer heeft recht op een billijke vergoeding van EUR 35.000,– bruto.

Voor de volledige uitspraak beëindigingsovereenkomst leidt tot billijke vergoeding, klik hier.

Vragen over beëindigingsovereenkomst leidt tot billijke vergoeding?

Neem dan contact op met één van de arbeidsrechtadvocaten van Sørensen Advocaten. Bel: 010-2492444

Yvonne Sørensen
sorensen@sorensenadvocaten.nl