24 apr Werkgever handelt in strijd met goed werkgeverschap bij slapend dienstverband
Rechtbank Noord-Holland 4 maart 2025, ECLI:NL:RBNHO:2025:2134
In deze zaak is een werkgever veroordeeld tot betaling van schadevergoeding en achterstallige vakantietoeslag aan een langdurig arbeidsongeschikte werkneemster, omdat ten onrechte niet werd gereageerd op meerdere verzoeken tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst met toekenning van een transitievergoeding, een zogeheten “Xella-verzoek”.
Feiten
Werkneemster was sinds 1 september 2006 in dienst bij Werkgever en viel op 17 december 2021 uit wegens arbeidsongeschiktheid. Op 15 december 2023 eindigde de loondoorbetalingsplicht van Werkgever en werd aan Werkneemster een WIA-uitkering toegekend, waarna het dienstverband van Werkneemster slapend werd gehouden door Werkgever.
Tussen februari en december 2024 verzocht Werkneemster herhaaldelijk – schriftelijk en per e-mail – om beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden, inclusief toekenning van de wettelijke transitievergoeding. De gemachtigde van Werkneemster stuurde uiteindelijk een conceptvaststellingsovereenkomst en stelde Werkgever alreeds aansprakelijk voor de schade bij het uitblijven van instemming. Ook op deze laatste sommatie van 16 december 2024 volgde geen reactie.
Werkneemster vordert daarop een schadevergoeding gelijk aan de misgelopen transitievergoeding van ruim zestienduizend euro, vermeerderd met wettelijke rente, ze zogenoemde “Xella-vergoeding”.
Oordeel rechtbank
Vast staat dat Werkneemster op 15 december 2023 twee jaar of langer arbeidsongeschikt was en een WIA-uitkering ontving. Sindsdien bestond een slapend dienstverband. Werkneemster verzocht meermaals om beëindiging met toekenning van de transitievergoeding, onder verwijzing naar de compensatie van deze vergoeding door het UWV aan Werkgever.
De kantonrechter oordeelt dat werkgever had moeten instemmen. Aan alle vereisten voor een gelegitimeerd Xella-verzoek was voldaan. Door het Xella-verzoek te negeren, heeft Werkgever gehandeld in strijd met goed werkgeverschap. Dit levert een toerekenbare tekortkoming op in de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst. De gevorderde schade van ruim zestienduizend euro wordt toegewezen, omdat deze niet is betwist.
De wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 4 juli 2024, nu op die datum het verzuim is ingetreden wegens het uitblijven van betaling na het verstrijken van de gestelde termijn. Ten aanzien van de compensatie van de transitievergoeding geldt dat het grootste deel daarvan door het UWV wordt vergoed, namelijk het gedeelte dat correspondeert met de transitievergoeding berekend tot aan het verstrijken van de reguliere loondoorbetalingsverplichting van 104 weken. Nu de transitievergoeding na het verstrijken van de termijn van 104 weken blijft oplopen, is over dit aanvullende gedeelte eveneens wettelijke rente verschuldigd.
Conclusie
Deze uitspraak benadrukt het risico van passiviteit bij slapende dienstverbanden, waarbij de kosten snel kunnen oplopen. Het verdient aanbeveling om een Xella-verzoek niet te lang te laten liggen. Onze arbeidsrechtadvocaten adviseren werkgevers graag en regelmatig over de juiste aanpak bij slapende dienstverbanden. Heeft u een vergelijkbare situatie of vragen omtrent dit onderwerp? Neem dan gerust contact op met één van onze arbeidsrechtadvocaten.
Klik hier voor de volledige uitspraak.