Arbodienst vrijuit door te late klacht

foto 2

Arbodienst vrijuit door te late klacht

Rechtbank Gelderland 2 oktober 2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:6704

In deze zaak stelt een tandartspraktijk (hierna: werkgever) de arbodienst aansprakelijk voor fouten in de re-integratie van een zieke werkneemster (hierna: werkneemster). Werkgever kreeg namelijk geen toestemming van het UWV om werkneemster na het einde van de wachttijd te ontslaan.

Feiten

Werkgever schakelde de arbodienst in voor de begeleiding en re-integratie van werkneemster. Na twee jaar ziekte vraagt werknemer een WIA-uitkering aan. Het UWV oordeelde dat werkgever onvoldoende inspanningen had geleverd voor de re-integratie en legde een loonsanctie op. Hierdoor weigerde het UWV toestemming te geven om de arbeidsovereenkomst op te zeggen.

Werkgever diende daarop een ontbindingsverzoek in bij de kantonrechter. Dit verzoek werd toegewezen, maar werkgever werd wel veroordeeld tot betaling van een billijke vergoeding van EUR 100.000,– aan werkneemster. De rechtbank oordeelde dat werkgever ernstig verwijtbaar had gehandeld bestaande uit seksuele intimidatie, het ten onrechte eenzijdig terugplaatsen in een lagere functie en het onvoldoende nakomen van re-integratieverplichtingen. Deze omstandigheden zorgden voor een verstoorde arbeidsverhouding, waardoor van werkgever in redelijkheid niet kon worden gevergd de arbeidsovereenkomst voort te laten duren.

Oordeel rechtbank

Een jaar later stelt werkgever de arbodienst aansprakelijk omdat UWV zich, volgens werkgever, bij haar weigering om de ontslagvergunning voor werkneemster af te geven heeft gebaseerd op het onjuiste oordeel van de bedrijfsarts en de arbodienst tekort zou zijn geschoten in de verzuimbegeleiding. Werkgever eist een schadevergoeding van de arbodienst bestaande uit 1/3 van de billijke vergoeding en ruim EUR 56.000,– aan loon dat volgens werkgever onterecht aan werkneemster was doorbetaald.

De arbodienst verweerde zich door te stellen dat werkgever haar klachtplicht heeft geschonden, en hiermee te laat is met het instellen van haar vordering. Hierdoor loopt de arbodienst ernstig nadeel op, omdat zij in een eerder stadium betrokken had moeten worden om schade te beperken en eventuele bezwaren aan te tekenen.

Conclusie

Het verweer van de arbodienst treft doel. Werkgever had haar recht op schadevergoeding wegens toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst verloren door niet tijdig te klagen. Hierdoor werd inhoudelijk niet beoordeeld of de verwijten van werkgever terecht waren. De rechtbank wijst de vorderingen van werkgever af.

Als werkgever bent u verantwoordelijk voor (ook onjuiste) adviezen van uw (eigen) arbodienst. U kunt zich arbeidsrechtelijk gezien niet tegenover uw werknemer verschuilen achter deze adviezen. Heeft u vragen over de samenwerking met uw arbodienst? Onze arbeidsrechtadvocaten helpen u graag.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Yvonne Sørensen
sorensen@sorensenadvocaten.nl